Zie hier een van de oudste en meest indrukwekkende vormen van onze aarde.
Deze afgeplatte kegel, een soort van tafel in het landschap, geeft je een archaïsch gevoel. Alles wat het binnenste van de aarde herbergt perst zij dwars door haar korst heen naar boven, het luchtruim in. Vulkanen vertegenwoordigen in een landschap vaak een eeuwenoud verleden, maar maken gelijktijdig, actief, een nieuw begin. Ook wij bezitten deze fysieke eigenschap; dingen naar buiten te persen, in het leven zichtbaar te maken. In het creëren, in materiële zin zijn we daarin absolute uitblinkers.
Wat me al jaren achtervolgt, is een kegelvorm te maken van schrootafval; het opstapelen van zilverkleurig metaal direct uit een schrootboot getakeld. Dit materiaal, in piramidevorm op een grote rotonde te storten, als beeld van afscheiding uit onze productiemaatschappij. Dat wat wij als maatschappij uitstoten, letterlijk zonder enige opsmuk, zichtbaar maken. Een nu- beeld, de afgeplatte kegel opgebouwd uit restmateriaal van een pril verleden, wijzend naar iets wat binnen onze norm van esthetiek ongrijpbaar, onbenoembaar rouw, wellicht shockerend aanvoelt.
Het schrootmateriaal hier, al onderweg naar totale omzetting, klaar voor recycling, is nu door mij even teruggehaald, tot staan gebracht. Verlangend om als teken omgevormd, omhoog gespuugd in al zijn afschuwelijke schoonheid, een plek te krijgen in onze samenleving.
De rotonde is meestal de dood in de pot als het de kunsten betreft. Ik wil een ding, een gigant die zowel kan schitteren in schoonheid als afstotelijk kan zijn als de hel. Een beeld dat ambivalente gevoelens oproept. Het beeld zal na elke regenbui aan zijn voet, de bodem waar hij op staat, een drabbig wateroppervlak veroorzaken. Oxides en wat al niet meer zij, zullen zich daar verzamelen. Onderzoek van deze drab, dit depot, zou op wetenschappelijke wijze kunnen plaatsvinden.
Wellicht kunnen alle chemische formules worden verzameld en in een register worden vastgelegd. Waar en hoe kan later worden bepaald.
Zeker zo indrukwekkend zou het kunnen zijn, het restafval wat we uit gewoonte ver uit ons midden naar de periferie van de stad verwijzen, als afgeplatte kegel, het ‘Paard van Troje’ op het midden van een plein, in het centrum van de stad te plaatsen. Een beeld, als getuige van inzicht; één tegen het vergeten. Want we zijn er goed in om de slijtage van onze hulpmiddelen voortvloeiend uit consumptiedrang te verbannen en te camoufleren.
Zie het concept, dit beeld, deze afgeplatte kegel, als het recept tegen het verdringen van vergankelijkheid. Laat de schoonheid van deze cocktail langzaam tot ons doordringen.
Maar waarschijnlijk rekent men deze ijzeren shit, deze vulkaan door ons geproduceerd, niet tot de wereld van de kunsten. Want wij mensen zijn de vulkaan, produceren het materiaal, verhitten, smelten, zetten om en besproeien ons met steeds weer met nieuwe producten, in de veronderstelling dat deze lava deze uitspatting vruchtbaar maakt. Een kringloop, niet meer te stuiten een van continue bijsturing zoals het gesteente in het landschap, de lava begeleidt op zijn meest natuurlijke weg. Ook hier schuilt de schoonheid, de esthetiek van het onvermijdelijke.
Afval bestaat niet meer, alles komt terug.